Over het leven mijn overgrootmoeder Woutrina Johanna van Tienhoven van den Bogaard – Wout (1866 – 1941), is meer bewaard gebleven, dan over haar zus Leen.
Bijzondere bronnen van informatie zijn haar Koperen huwelijkskrant (1898) en het Huldeboek Wout 70 dat is samengesteld ter ere van haar 70e verjaardag in 1936.
Jeugd
Uit de Koperen huwelijkskrant:
Of de herinnering van Willem van Haaften in Huldeboek Wout 70 (een aantal hadden hun bijdrage met een nieuwerwetse typemachine geschreven – met de ‘y’ in plaats van de ‘ij’ voor de tijdswinst):
Schooltijd

Wout volgde onderwijs op de Fransche School van Juffrouw Moquette. Daarna heeft ze in Vianen op de kostschool van juffrouw Spit gezeten, ‘die maakte u voor de maatschappij fit’ memoreerde nichtje Wilhelmina later in het Huldeboek Wout 70.

Juffrouw Spit is van 1864 – 1884 Kostschoolhoudster geweest.
Advertentie uit 1871: Dorothea Maria geweest (1832- 1908) is daar kostschoolhoudster geweest.
Daarna heeft Wout (deels samen met Leen) in 1884 op de kostschool Villa du Parc in Brussel gezeten, als voorbereiding op haar ‘maatschappelijk leven’. Het leuke is dat Wout hier een paar maanden een dagboek heeft bijgehouden, waarin ze ook verwijst naar bovenstaande foto. En schrijft over haar gevoelens voor ene Henri Hacke.
Trouwen

De gevoelens voor Henri waren wederzijds. Na de verloving in 1885 is Wout op 27 januari 1886 getrouwd met Hendrik Cornelis Hacke Henri (1859-1922). Hoe het zo gekomen is?

Henri is in 1873 wees geworden en zijn zus Marie (getrouwd met Gijsbert, een jongere broer van Wout’s vader) heeft hem in huis genomen. Henri en zijn broer David Willem waren nakomertjes en van de totaal elf kinderen, waren er toen al 6 overleden!
Blijkbaar ging hij elke vakantie logeren bij de familie van Tienhoven in Werkendam.
Adressen
Als jonggehuwden startten ze op de Vondelstraat 5B, en na drie jaar verhuizen ze naar de Herengracht 518. Ze woonden hier tot 1920, waarna het verkocht werd voor fl. 255.000.
In 2016 stond het (weer) te koop met de tekst: ‘Het is het duurste Amsterdamse huis (of eigenlijk twee) dat tot nu toe ooit op Funda heeft gestaan: Herengracht 518 en Keizersgracht 633. Het dubbele grachtenpand staat sinds dit weekend te koop voor bijna 15 miljoen euro.’

Daarnaast hadden ze een zomerhuis in Baarn: Villa Foresta (Luit. Generaal Heutszlaan 8, gebouwd in 1885).

Het is me nog niet duidelijk wanneer dit huis gekocht is. Bij hun koperen huwelijk werd er al melding van gedaan (de huwelijkskrant heette trouwens ‘De Foresta-Bode’). Van een koetshuis werd reeds gesproken:
Mogelijk heeft Wout dit huis, plus Holland House (1883) op nr 6, gekocht met de erfenis van haar vader. Het koetshuis / chauffeurswoning op de Prinses Marielaan 11 hebben ze in 1900 laten bouwen. Daarnaast is er ook nog een tuinmanswoning geweest. Zie Baarn in kaart.
In de tuin stond een kas, waar Wout bloemen en orchideeën kweekte.

In 1920 is het huis aan de Herengracht verkocht (zie hieronder) en zijn ze met hun hele boeltje naar Baarn verhuisd. Maar niet nadat er eerst was aangebouwd (de serre en rechtsachter een dienstvleugel – info van groenegraf.nl) en het een en ander uitgevoerd was door firma H.H. Hagedorn & Zoon.
Pagina drie van de factuur van 5 pagina’s met een gedetailleerd verslag van de werkzaamheden tussen maart en eind oktober:
Met Wout en Henri kwamen ook drie kinderen mee naar Baarn: Chris (20 jaar), Aart (23 jaar, trouwde een jaar later) en Johannes (29 jaar).
Weduwe
Na het overlijden van Henri in 1922 heeft Wout alles in Baarn verkocht en is teruggekeerd naar Amsterdam. Ze woonde een aantal jaar op de Emmastraat 22, verhuisde in 1935 naar de Schubertstraat 64 en een jaar later naar Olympiaplein 23 hs.
Ze liep tot haar dood (mei 1941) in zwarte rouwkleding en had altijd een zwart bandje met een klein pareltje erin om de nek. Ze vond het heerlijk om bezoek te krijgen, getuige de vele dierbare herinneringen in het Huldeboek Wout 70.
De kinderen van dochter Marietje herinneren zich dat ‘oma Dam’ elke 4 a 6 weken met de trein naar Putten kwam en dan kroketten of sausijsjes meebracht.
Personeel
Aaltje Hakkers (1860-1938) heeft vanaf 1895 voor het gezin en ‘mevrouw’ gezorgd. In 1936 heeft ze nog een bijdrage geschreven in het Huldeboek Wout 70. Een half jaar later is ze met pensioen gegaan en teruggekeerd naar Werkendam. Daar heeft ze samen met broer Pieter en zus Jannigje tot haar dood in 1938 op de Visschersdijk 77 gewoond.
Daarnaast hele waslijst aan namen – nog induiken

Inkomen en maatschappelijke activiteiten
Henri
Henri was directeur van de Nederlandse Grootboekbank, gesitueerd op hun huisadres Herengracht 518.

Samen met mededirecteur E. van Lennep en C.J.M. Dijkmans. Oprichting in 1889 en geheel geliquideerd in 1933. Nog verder. In zijn nalatenschap heeft hij nog 5 aandelen van fl. 5.000, etc
Het verhaal gaat dat Henri nogal slordig met geld omging: bankbiljetten werden als boekenlegger gebruikt. Hij zou veel geld verloren hebben op de in 1918 plots waardeloos geworden Russische aandelen en daardoor failliet zijn gegaan.
In ieder geval is het huis aan de Herengracht toen verkocht en zijn ze in november 1920 naar Baarn verhuisd.
Ook was hij Dijkgraaf Amstel en Nieuwer Amstel tot de opheffing in 1908 – hiervoor kreeg hij eervol ontslag door Wilhelmina.
Wellicht heeft Henri nog meer (bestuurlijke) functies gehad. Een daarvan bij een school:
Wout
Vanaf de oprichting in 1928, is Wout president geweest van de Stichting Vacantiehuis voor rustbehoevende meisjes (nu: Stichting Blijdesteyn), tot haar overlijden? in 1941. De stichting bestaat nog steeds. Op hun website staat:
De heer A. de Stoppelaar Blijdesteyn was in het begin van de 20e eeuw eigenaar van tabaksplantages in Deli (Indonesië). Toen hij overleed was hij vrijgezel en had hij geen kinderen. Al voor zijn dood had hij bepaald dat uit de opbrengsten van zijn vermogen vakanties betaald moesten worden aan jonge, alleenstaande vrouwen, die weinig inkomsten hadden. In eerste instantie gingen de vrouwen naar vakantiehuizen in Hilversum en Zwitserland. Omdat deze vorm van vakantie in de zestiger jaren van de 20e eeuw niet meer aansprak en bovendien de inkomens én de sociale wetgeving sterk waren verbeterd, besloot het bestuur van de Stichting het roer om te gooien met behoud van de oorspronkelijke doelstelling. De vakantiehuizen werden verkocht en sinds 1966 komen alleenstaande vrouwen met weinig inkomsten voor een vakantiebeurs in aanmerking en kan men zelf de vakantiebestemming kiezen.
Wout was ook beheerder van de twee locaties en ging elk jaar een tijd naar Zwitserland (Chalet Rublihorn in Saanen – in 2012 afgebroken en een nieuwe jeugdherberg gebouwd) om zaken te regelen.
Kinderen
Wout en Henri kregen zeven kinderen:

In de Feestkrant staat dat Wout graag haar jongens als militair zou zien, maar uiteindelijk heeft niemand zo’n carrière geambieerd.


1. Doodgeboren kind (1886)
2. Woutrina Johanna Hendrika Cornelia Woutje (1887 – 1924)
Getrouwd in 1912 met François Cornelis van Geer (1873-1941), zoon van Pieter van Geer – hoogleraar wiskunde (zie wiki).
Zij kregen vier kinderen:
- Pieter Frans Cornelis (1915-1969)
- Hendrik Cornelis (1917-…)
- Woutrina Joanna (1918-….)
- Fijna Mathilde – Fien (1920-2008)



Woutje is jong gestorven. Tussen de bloemen staat het schilderij dat Therese Schwartze van haar maakte uit 1890. Therese heeft meerdere familieleden geportretteerd.
Na de dood van Woutje is hij in 1932 hertrouwd met weduwe Petronella Magdalena Lieftinck.
3. Jan Conrad (1889-1942)

Jan is getrouwd in Parijs met Katherine Anderson Tushi Gardiner, omdat zij anders als Engelse Frankrijk moest verlaten (WO-II). Ze woonden (o.a.?) op 19 Boulevard Montmartre.
Jan was bankdirecteur (waarvan?) en Tushi had daar een taleninstituut waar men Engelse en Duitse les kon volgen. In 1933 (en herdruk in 1939) is haar boek verschenen: Gardiner’s method for the english language. Marietje Oudemans – Hacke heeft vanuit Putten een vijftigtal exemplaren laten drukken en die naar Parijs gestuurd.

Jan is in 1942 overleden ‘na een langdurige ongesteldheid’ in Parijs.
Toen op een later moment Tushi (na 1960) overleed, gaat het verhaal dat haar kist, toen ze met paard & wagen naar de begraafplaats werd gebracht, van de wagen op straat is afgevallen, ‘met alle pijnlijkheden van dien’.
Theo (1929) heeft bij Tushi in Parijs gelogeerd. Hij was daar vanuit Putten naar toe gefietst.
4. Johannes Jacobus Broer en later Jodokus (1891-1964)

Volgens de verhalen, leidde Johannes een nogal losbandig leven en was verliefd op een ongeschikt ‘juffertje’. De familie stuurde hem toen op wereldreis en zocht ondertussen naar een geschikte partner voor hem. Ze vonden Constance Elisabeth Umbgrove – Connie, Gompie (1898-1985) – pleegdochter van douarière D.A. van Andringa de Kempenaer – Von Weiler (‘Dickie’ genoemd door Connie).
Johannes en Connie trouwden in 1935. Tijdens de huwelijksplechtigheid heeft het ‘juffertje’ nog stampei gemaakt in de kerk.
Maar of dit verhaal helemaal klopt? Johannes blijkt namelijk al in 1921 een wereldreis gemaakt te hebben naar o.a. Ceylon en Canada – daar zijn briefkaarten van vandaan. Daarna heeft hij alleen reizen gemaakt in Europa. Soms met vrienden en vaak met zijn moeder.


Johannes was arts in Amsterdam en deed alles op de fiets, met zijn dokterstas achterop. Hij startte zijn praktijk in het huis van zijn moeder, waar hij tot zijn trouwen bij in woonde.
Zijn moeder memoreert in de speech die ze op hun huwelijk hield o.a. dat zij ‘niet die bevrediging kon geven, die noodig zou zijn om Johannes tot een volkomen gelukkig mensch te stempelen’ en dat zijn werk de ‘volkomen opoffering van zichzelf vraagt’.
De gearrangeerde huwelijkskandidate bleek een goede keus, want ze waren gelukkig samen.
Na hun huwelijk verhuisden ze met zijn dokterspraktijk naar de Reinier Vinkeleskade 70 (‘dinsdag geen spreekuur’). Vanaf 1939 hielp Connie bij het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers – o.a. koken voor de soldaten en vluchtelingen – tot die in februari 1941 opgeheven werd door de Duitsers.
Johannes vierde op 13 februari 1943 zijn zilveren artsjubileum ‘wegens de omstandigheden slechts ’s middags enkele naaste vrienden ter thee (surrogaat!)’. Ruim een maand later legt hij zijn functie als arts neer (landelijk protest), maar op 1 april werd hij gedwongen de bordjes weer op te doen. ‘Doch zaak gaat voort’, schreef hij in zijn fotoboek.
Later (wanneer ) zijn ze naar Eefde verhuisd (de Wolzaklaan 6).
5. Aart Hendrik Willem (1893-1961)
Aart trouwde in 1921 met Josina Johanna Oudemans – Zus (1894-1966).
Ze hebben in Driebergen gewoond (Traaij 68 en 92), daarna in Groningen (Verl. Heereweg 120) en rond 1937 verhuisd naar Den Haag (Bronovolaan 14). In 1955 zijn ze verhuisd naar huize Groot Schovenhorst in Putten, waar eerst Aarts ouders hadden gewoond. Aan de overkant woonden Marietje en Theo, zie onder kind 6. Ze kregen, tot hun verdriet, geen kinderen.

Functies Aart: o.a. Directeur Generaal voor de Arbeid op het ministerie van Sociale Zaken (1932-1948), lid Tweede Kamer voor de Partij van de Vrijheid (1946-1948), Voorzitter Ziekenfondsraad (1949-1958), medeoprichter Stichting Opleiding Arbeidskrachten Nederland – een anti-communistische particuliere inlichtingen- en veiligheidsdienst (1947).
Joos is op de Veluwe zeer actief geweest op het gebied van geschiedenis, natuur en milieu (o.a. Vrienden van de Hoge Veluwe en Gelderse Archeologische Vereniging) en heeft vele artikelen geschreven.
In 2021 wordt er een straat naar haar vernoemd in Putten.
6. Janna Sara Maria – Marietje/Mie (1895-1992) – mijn oma

Verloofd in 1916 en getrouwd in 1918 met Theodorus Christiaan Oudemans – Theo (1892-1978).
Theo was de broer van Joos, die met Aart, de broer van Marietje, was getrouwd. Nadat ze eerst in het Dorpsstraat A 150 woonden, zijn ze in 1921 verhuisd naar huize Klein Schovenhorst in Putten. (Daar woonde in de zomer Sara Schober – tante van Theo – tot haar dood in 1920.)

Beroep: Theo beheerde o.a. het landgoed Schovenhorst (nu 180 ha), Garderenseweg in Putten, dat gesticht was door zijn grootvader Schober in 1848.
Ze kregen vijf kinderen:

- Jan (1921-1945)
- Wouter (1923)
- Aart (1926-1991)
- Theo (1928-2018) – mijn vader
- Joos (1937-1992)
7. Christina Gerarda Chris (1900-1969)

Chris trouwde in 1923 met Johan Fredrik Theodoor Heemskerck Veeckens His (1887-1960).
Zijn beroep: commissionair in effecten.

Ze kregen twee kinderen:
- Johan Frederik Theodoor Frits (1925-2013)
- Woutje Johanna (1929)
